Overslag

Uit Delta Noodmaatregelen
Ga naar: navigatie, zoeken


Schadebeelden.png
Faalmechanismen.png
Noodmaatregelen.png
Dimensionering.png
Uitvoering.png


Overslag



Golfoverslag ontstaat door een combinatie van grote golfhoogte (veel wind en lange strijklengte) en een hoge buitenwaterstand. Het buitenwater hoeft dus nog niet tot aan de kruin van de dijk te staan. Er stroomt onregelmatig water over de dijk. De intensiteit (hoeveelheid water) kan hoog zijn, maar de duur (van de watergolf) is kort. Omdat de kruinhoogte nooit egaal is zal veelal sprake zijn van geconcentreerde stroming. Ook hier geldt dat het waterbezwaar ten gevolge van golfoverslag niet zo zeer tot problemen leidt, maar dat door infiltratie van water in het binnentalud (c), verweking en erosie van het binnentalud en de kruin dijkdoorbraak kan optreden. Dijken zijn erop berekend dat af en toe golven over de dijk heen komen. Als er veel of grote golven over de dijk slaan, kan het binnentalud beschadigd raken.

Animatie

Overslag (https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Hans Johanson)


1 Kennis

Golven lopen tegen het talud op, komen op de kruin of slaan eroverheen. Golfoploop tot minder dan een halve meter melden aan de dijkpost en regelmatig controleren op overslag. Er dient ook aangegeven te worden of de oorzaak wind of scheepvaart is. Als de golfoploop te hoog wordt kan de dijkpost opdracht geven de kruin plaatselijk op te hogen (zandzakken, strobalen etc.) Golven kunnen het buitentalud beschadigen en overlaande golven ook het binnentalud. Bovendien kan de dijk bij langdurige overslag verzadigd raken, wat de stabiliteit beïnvloedt.

Als er golven over de dijk komen, moet er nagegaan worden of het binnentalud hierdoor beschadigd wordt. Ook moet bekeken worden of het water alleen langs het talud naar beneden stroomt of in het talud infiltreert. Bij infiltratie verdwijnt het water in de dijk. De sterkte van de dijk neemt hierdoor af. Ook van het water dat langs het talud naar beneden stroomt moet nagegaan worden waar het blijft.


zie ook:


Verdere verdieping:

Langs rivierdijken en boezemkaden zal golfoverslag veel minder een probleem zijn. De golven op rivieren zijn veel kleiner dan op zee of op de meren i.v.m. de beperkte strijklengte.

Bij zeedijken staat altijd een harde wind en daardoor hoge golven waardoor dit faalmechanisme een hoofdrol speelt.

Als er veel golfoverslag optreedt zijn maatregelen meestal niet meer mogelijk. De dijk is onbegaanbaar voor personen en verkeer. Zo mogelijk kunnen nog inspecties binnendijks worden uitgevoerd, om na te gaan of het binnentalud beschadigd raakt.


2 Hulpmiddelen


3 Ervaringen