Faalmechanisme

Er wordt onderscheid gemaakt in vier hoofd faalmechanismen:

• Overslag en overloop
  • overloop (HT)
  • overslag (HT)
  • infiltratie toplaag binnentalud en instabiliteit (afschuiven binnentalud) door overstromend water bij een combinatie van hoge waterstand en bij overslag (HT)

• Piping (overzicht)
  • hydraulisch grondbreuk (opdrijven en opbarsten) (STHP)
  • heave (STH)
  • piping (STP)

• Instabiliteit
  • opdrijven en opbarsten (ST)
  • macro-instabiliteit binnenwaarts (STBI)
  • macro-instabiliteit buitenwaarts (STBU)
  • microinstabiliteit (STMI)
  • instabiliteit bekleding buitentalud (STBK)
  • zettingsvloeiing (STVL)
  • afschuiven van het binnentalud
  • afschuiven buitentalud door snelle daling buitenwaterstand na hoogwater
  • wegpersen van slappe lagen in de ondergrond (squeezing)

• Erosie
  • erosie binnentalud
  • erosie buitentalud of vooroever

Naast schadebeelden die specifiek aan een bepaald faalmechanismen kunnen worden gerelateerd zijn er ook schadebeelden die door andere oorzaken worden veroorzaakt:

• Oorzaken van / invloeden op schadebeelden
  • invloed van niet-waterkerende objecten (NWO's)
  • betrouwbaarheid sluiting (BS)
  • menselijke activiteit
  • dierlijke activiteit
  • golvende langsstroming / golfaanval ook als gevolg van langsvarende schepen
  • drijfvuil
  • kruiend ijs / ijsgang
  • verkeersbelasting
  • aardschokken
  • brand
  • droogte
  • zettingsverschillen bij recent versterkte waterkeringen