IJsgang en kruiend ijs: verschil tussen versies

Uit Delta Noodmaatregelen
Ga naar: navigatie, zoeken
[gecontroleerde versie][gecontroleerde versie]
Regel 26: Regel 26:
 
Op de rivieren kan ijsvorming leiden tot beïnvloeding van de rivierwaterstand. IJslagen geven een beperkte verhoging van de waterstand door de verhoging van de stromingsweerstand. IJsdammen kunnen het doorstroomprofiel voor een groot deel afsluiten, waardoor bovenstrooms grotere verhogingen van de waterstand mogelijk zijn. Dit kan leiden tot [[overloop]]. Wanneer ijsvorming in combinatie optreedt met hoge waterstanden of zware golfaanval, kan de bekleding beschadigen. Hierdoor kan het grondlichaam eroderen en bezwijken.
 
Op de rivieren kan ijsvorming leiden tot beïnvloeding van de rivierwaterstand. IJslagen geven een beperkte verhoging van de waterstand door de verhoging van de stromingsweerstand. IJsdammen kunnen het doorstroomprofiel voor een groot deel afsluiten, waardoor bovenstrooms grotere verhogingen van de waterstand mogelijk zijn. Dit kan leiden tot [[overloop]]. Wanneer ijsvorming in combinatie optreedt met hoge waterstanden of zware golfaanval, kan de bekleding beschadigen. Hierdoor kan het grondlichaam eroderen en bezwijken.
  
Kruiend ijs kan vooral voorkomen bij grote meren en kan de kruin van de dijk zwaar beschadigen en een bedreiging voor de stabiliteit zijn. [http://www.youtube.com/watch?v=_l_ojnR58qU Filmpje Kruiend ijs]
+
Kruiend ijs kan vooral voorkomen bij grote meren en kan de kruin van de dijk zwaar beschadigen en een bedreiging voor de stabiliteit zijn [http://www.youtube.com/watch?v=_l_ojnR58qU (Filmpje)].
  
  

Versie van 24 okt 2014 om 10:38


Schadebeelden.png
Faalmechanismen sel.png
Noodmaatregelen.png
Dimensionering.png
Uitvoering.png


IJsgang en kruiend ijs


Faalmechanisme - Oorzaken en invloeden - IJsgang en kruiend ijs

IJsgang is de aanwezigheid van ijs op een bevaarbare waterweg tijdens een hevige vorstperiode. Over het algemeen zal ijsgang zich voordoen in de vorm van een ijslaag of ijsschotsen. In sommige gevallen kan door wind of stroming kruiend ijs ontstaan. Bij veel en langdurige ijsvorming kunnen zelfs ijsdammen ontstaan.

Op de rivieren kan ijsvorming leiden tot beïnvloeding van de rivierwaterstand. IJslagen geven een beperkte verhoging van de waterstand door de verhoging van de stromingsweerstand. IJsdammen kunnen het doorstroomprofiel voor een groot deel afsluiten, waardoor bovenstrooms grotere verhogingen van de waterstand mogelijk zijn. Dit kan leiden tot overloop. Wanneer ijsvorming in combinatie optreedt met hoge waterstanden of zware golfaanval, kan de bekleding beschadigen. Hierdoor kan het grondlichaam eroderen en bezwijken.

Kruiend ijs kan vooral voorkomen bij grote meren en kan de kruin van de dijk zwaar beschadigen en een bedreiging voor de stabiliteit zijn (Filmpje).


De temperatuur en het zoutgehalte van het water van de Noordzee aan de kust geven geen aanleiding tot het ontstaan van ijsvorming van enige betekenis. In zeearmen en in de meren zijn wel gevallen bekend van significante ijsvorming.


In Nederland hoeft bij het ontwerpen en toetsen van constructies geen rekening gehouden te worden met ijsbelastingen. In Nederland is weinig kennis hieromtrent beschikbaar. In Duitsland en Oost-Europa komt ijsgang veel voor en is dan ook veel ervaring mee opgedaan.

IJsgang (bron: Wikipedia)

Kruiend ijs (beeld: www.afanja.nl)


1 Kennis

  • Rapport TU Dresden “Eis im Wasserbau”
  • Leidraad Rivieren – Ontwerpbelastingen voor het Rivierengebied
  • TR Waterkerende grondconstructies
  • RWS Deltadienst nota “IJsvorming en ijsbeweging op de open Oosterschelde”
  • GD rapport "Taludbekledingen van gezette steen (bijzondere belastingen)"
  • RWS Directie Benedenrivieren “IJsafvoerproblematiek voor de grote rivieren en de Rijndelta” (1986)
  • RWS Directie Benedenrivieren literatuurstudie “IJsbezetting/IJsbestrijding op de grote rivieren in Nederland”
  • Special report Working Group on Ice Forces on Structures (1980)


2 Hulpmiddelen

  • Is aanwezig (dient nader te worden bepaald)

3 Ervaringen

  • Is aanwezig (dient nader te worden bepaald)