Verweking binnentalud, binnenteen of berm: verschil tussen versies
[gecontroleerde versie] | [gecontroleerde versie] |
Regel 30: | Regel 30: | ||
Bij een boezemkade waarop een wegconstructie aanwezig is, treedt verweking relatief vaak op omdat als gevolg van het periodiek ophogen van de kade, de fundering van de weg tot ver onder gemiddeld boezempeil aanwezig is. Hierdoor is de kern van de dijk relatief doorlatend. Dit in combinatie met het hoge verval wat een boezemkade dagelijks moet keren en de relatief geringe afmetingen van de kade leidt er veelal toe dat er water door de dijk heen sijpelt wat kan leiden tot verwekingssignalen in de teen van de waterkering. | Bij een boezemkade waarop een wegconstructie aanwezig is, treedt verweking relatief vaak op omdat als gevolg van het periodiek ophogen van de kade, de fundering van de weg tot ver onder gemiddeld boezempeil aanwezig is. Hierdoor is de kern van de dijk relatief doorlatend. Dit in combinatie met het hoge verval wat een boezemkade dagelijks moet keren en de relatief geringe afmetingen van de kade leidt er veelal toe dat er water door de dijk heen sijpelt wat kan leiden tot verwekingssignalen in de teen van de waterkering. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | [http://www.youtube.com/watch?v=Xuxo6XIWfJ0 Filmpje WSGS] | ||
|img= | |img= |
Versie van 28 okt 2014 om 18:17
|
Schadebeelden - Uittredend water - Verweking binnentalud, binnenteen of berm
Verweking treedt op doordat water door de dijk stroomt. Via de zandlagen onder en in het dijklichaam komt dit water in de kleilaag van het binnentalud en/of -teen. Omdat klei slecht doorlatend is, duurt het verweken enige dagen. Door verweking wordt de kleilaag minder sterk en kan het binnentalud gaan afschuiven. Na een afschuiving kan het afgeschoven binnentalud werken als een soort steunberm, waardoor de stabiliteit van de dijk weer groter wordt. Indien na de afschuiving onvoldoende dijkbreedte overblijft op de kruin, bestaat kans op dijkdoorbraak. Verweking is moeilijk waar te nemen in een vroeg stadium. Als de grond verzadigd is en het water blijft op het maaiveld staan, moet men rekening houden met verweking. De grond veert of schud dan als men stampt. Daarbij komt water uit de grond naar boven. Het maaiveld krijgt een hobbelige vorm, graspollen worden omhoog gedrukt of de sloot wordt dichtgedrukt. Daardoor wordt de sloot smaller terwijl in het tallud scheuren ontstaan. Bij een boezemkade waarop een wegconstructie aanwezig is, treedt verweking relatief vaak op omdat als gevolg van het periodiek ophogen van de kade, de fundering van de weg tot ver onder gemiddeld boezempeil aanwezig is. Hierdoor is de kern van de dijk relatief doorlatend. Dit in combinatie met het hoge verval wat een boezemkade dagelijks moet keren en de relatief geringe afmetingen van de kade leidt er veelal toe dat er water door de dijk heen sijpelt wat kan leiden tot verwekingssignalen in de teen van de waterkering.
|
1 Kennis
- Cursus dijkbewaking deel 1 en 2, Deltares
- Dijkbeoordeling bij hoogwater (DWW, 1996)
- Rapport verwekingsonderzoek Wetterskip Fryslân (Henk van Heemert 2012)
2 Hulpmiddelen
- Schaderegistratieformulier “vervormingen” WSRL
- Rapport verwekingsonderzoek
3 Ervaringen
- O.a. bij Waterschap Groot Salland en Wetterskip Fryslân is ervaring opgedaan