Opdrijven en opbarsten: verschil tussen versies
[gecontroleerde versie] | [gecontroleerde versie] |
Regel 30: | Regel 30: | ||
|intro= | |intro= | ||
− | Bij opbarsten gaan we ervan uit dat macro-instabiliteit kan optreden. Waterdrukken in het watervoerende zandpakket onder de dijk kunnen tijdens hoogwater zo hoog worden dat het binnendijks afdekkende pakket van klei of veen wordt opgedrukt. (Dit kan zichtbaar zijn als opbolling van het maaiveld). Er is dan geen korrelspanning meer en dus geen sterkte langs de onderzijde van het afdekkende pakket. Het kenmerkt zich door snelle toename van scheuren. Stabiliteitsverlies treedt dan op langs een recht glijvlak op de grens tussen deklaag en zandpakket. Plaatselijke [[kruindaling]]. | + | Bij opbarsten gaan we ervan uit dat macro-instabiliteit kan optreden. Waterdrukken in het watervoerende zandpakket onder de dijk kunnen tijdens hoogwater zo hoog worden dat het binnendijks afdekkende pakket van klei of veen wordt opgedrukt. (Dit kan zichtbaar zijn als opbolling van het maaiveld). Er is dan geen korrelspanning meer en dus geen sterkte langs de onderzijde van het afdekkende pakket. Het kenmerkt zich door snelle toename van scheuren. Stabiliteitsverlies treedt dan op langs een recht glijvlak op de grens tussen deklaag en zandpakket. Plaatselijke [[Verzakkingen|kruindaling]]. |
− | Opdrijven of opbarsten op zich zijn geen faalmechanisme waarbij de waterkerende functie van de van de dijk in direct gevaar is. Opdrijven of opbarsten kunnen wel inleidende mechanismen zijn voor [[macro-instabiliteit van het binnentalud]] of [[piping]]. | + | Opdrijven of opbarsten op zich zijn geen faalmechanisme waarbij de waterkerende functie van de van de dijk in direct gevaar is. Opdrijven of opbarsten kunnen wel inleidende mechanismen zijn voor [[Macro-instabiliteit binnenwaarts|macro-instabiliteit van het binnentalud]] of [[piping]]. |
Versie van 8 okt 2014 om 14:50
Faalmechanisme - Instabiliteit - Opdrijven en opbarsten
Bij opbarsten gaan we ervan uit dat macro-instabiliteit kan optreden. Waterdrukken in het watervoerende zandpakket onder de dijk kunnen tijdens hoogwater zo hoog worden dat het binnendijks afdekkende pakket van klei of veen wordt opgedrukt. (Dit kan zichtbaar zijn als opbolling van het maaiveld). Er is dan geen korrelspanning meer en dus geen sterkte langs de onderzijde van het afdekkende pakket. Het kenmerkt zich door snelle toename van scheuren. Stabiliteitsverlies treedt dan op langs een recht glijvlak op de grens tussen deklaag en zandpakket. Plaatselijke kruindaling.
|
1 Kennis
- TR Macrostabiliteit (concept)
- TR Waterkerende grondconstructies (TAW juni 2001)
- Waterkeringen (Collegedictaat t.b.v. HTS onderwijs)
2 Hulpmiddelen
- Is aanwezig (dient nader te worden benoemd)
3 Ervaringen
- Is aanwezig (dient nader te worden benoemd)