Piping: verschil tussen versies

Uit Delta Noodmaatregelen
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 10: Regel 10:
 
|verder=
 
|verder=
 
<div>
 
<div>
*[[Zandmeevoerende wellen opkisten]] (XVII)
+
*[[Zandmeevoerende wellen opkisten]]
*[[Aanleg pipingberm]] (XIX)
+
*[[Aanleg pipingberm]]
*[[Sloot afdammen]] (II)
+
*[[Sloot afdammen]]
*[[Bescherming binnentalud en kruin met folie of geotextiel verzwaard met zandzakken]] (X)
+
*[[Bescherming binnentalud en kruin met folie of geotextiel verzwaard met zandzakken]]
*[[Aanleg filterconstructie als steunberm]] (XV)
+
*[[Aanleg filterconstructie als steunberm]]
*Verhogen binnenwaterstand (II)
+
*[[Verhogen binnenwaterstand]]
*[[Wellen afdekken]] (XVI)
+
*[[Wellen afdekken]]  
*[[Aanleg kwelkade in pyramidevorm of in kamvorm met zandzakken]] (XVIII)
+
*[[Aanleg kwelkade in pyramidevorm of in kamvorm met zandzakken]]  
  
 
</div>
 
</div>
Regel 36: Regel 36:
  
 
|img=
 
|img=
[[File:Piping.jpeg|200px|Faalmechanisme piping]]
+
[[File:Piping.jpg|200px|Faalmechanisme piping]]
  
 
|quality=
 
|quality=

Versie van 19 sep 2014 om 09:11


Schadebeelden.png
Faalmechanismen.png
Noodmaatregelen.png
Dimensionering.png
Uitvoering.png


Piping


Faalmechanisme - Piping - Piping

Wanneer sprake is van een ondoorlatende deklaag (klei, veen, beton of hout) op een watervoerende zandlaag kan piping optreden. Door grondwaterstroming langs het grensvlak van loskorrelig materiaal met slecht doorlatend materiaal kan meevoering van het loskorrelige materiaal plaatsvinden. Uittrede vindt plaats in een sloot of wel. Wanneer kortsluiting tussen het buitenwater en de wel(len) ontstaat, kan de dijk ondermijnd worden en bezwijken.

Onderscheid wordt gemaakt tussen:

Faalmechanisme piping


1 Kennis

Als de buitenwaterstand verder stijgt kan het opwellende water zand gaan meevoeren, er is nu sprake van zandmeevoerende wellen en er ontstaat een pipe onder de dijk. Als de pipe de intredepunt bij het buitenwater bereikt ontstaat hydraulische kortsluiting. De pipe verbreedt zich richting intredepunt (ruimproces) waardoor steeds meer zand wordt meegetransporteerd. De dijk wordt als het ware ondermijnd. Uiteindelijk zakt de dijk in en bezwijkt. In het ergste geval stroomt bij hoge waterstanden het water over de verzakking heen met het gevolg van bresvorming.


zie ook:


Verdere verdieping:

Zeedijken:

  • Een stormvloed aan zee duurt hooguit enkele dagen met een piek van enkele uren. Hierdoor krijgt het water geen tijd om ver in de dijk door te stromen. Piping krijgt daarom bij zeedijken weinig kans.


2 Hulpmiddelen


3 Ervaringen