Bescherming restprofiel: verschil tussen versies

Uit Delta Noodmaatregelen
Ga naar: navigatie, zoeken
[ongecontroleerde versie][ongecontroleerde versie]
Regel 22: Regel 22:
 
Na het optreden van een afschuiving moet namelijk worden voorkomen dat de afschuiving nog groter wordt.  
 
Na het optreden van een afschuiving moet namelijk worden voorkomen dat de afschuiving nog groter wordt.  
  
Daarna dient het overblijvende kruingedeelte te worden beschermd (zie punt 1 en 2 in de figuur)door geotextiel (waterdoorlatend maar gronddicht) aan te brengen en met zandzakken te fixeren. Hiermee wordt voorkomen dat het ontstane steile talud afschuift. Ook wordt voorkomen dat evt. uittredend water uit dit steile talud gronddeeltjes meeneemt. Hiermee wordt micro-instabiliteit voorkomen.
+
Daarna dient het overblijvende kruingedeelte te worden beschermd (zie punt 1 en 2 in de figuur) door geotextiel (waterdoorlatend maar gronddicht) aan te brengen en met zandzakken te fixeren. De maatregel is erop gericht om afschuiving hoger op het talud en bij de kruin (secundaire afschuiving) te voorkómen. Tevens dient de maatregel micro-instabiliteit (vanuit de ontstane holte) te voorkómen en om erosie in de holte te voorkómen als gevolg van overloop of overslag.  
De zandzakken op de kruin (putn 1 in de figuur) fixeren het geotextiel en voorkomen dat evt. overslaand water het onbeschermde steile binnentalud erodeert.
+
 
 +
De zandzakken op de kruin (punt 1 in de figuur) fixeren het geotextiel en voorkomen dat evt. overslaand water het onbeschermde steile binnentalud erodeert.
 +
 
 +
Afgeschoven materiaal mag niet worden verwijderd om verdergaande afschuiving te voorkomen. Eventueel een steunberm bij dijkteen aanleggen (zie maatregel XX).  
  
 
|img=
 
|img=

Versie van 29 okt 2014 om 16:06


Schadebeelden.png
Faalmechanismen.png
Noodmaatregelen.png
Dimensionering.png
Uitvoering.png


Bescherming restprofiel


Noodmaatregelen - Erosieremmende maatregelen - Bescherming restprofiel

Er dient een binnenberm te worden aangebracht (zie punt 1 in de figuur) (zie ook noodmaatregel 'stabilisatie binnentalud met steunberm (XX)'). Na het optreden van een afschuiving moet namelijk worden voorkomen dat de afschuiving nog groter wordt.

Daarna dient het overblijvende kruingedeelte te worden beschermd (zie punt 1 en 2 in de figuur) door geotextiel (waterdoorlatend maar gronddicht) aan te brengen en met zandzakken te fixeren. De maatregel is erop gericht om afschuiving hoger op het talud en bij de kruin (secundaire afschuiving) te voorkómen. Tevens dient de maatregel micro-instabiliteit (vanuit de ontstane holte) te voorkómen en om erosie in de holte te voorkómen als gevolg van overloop of overslag.

De zandzakken op de kruin (punt 1 in de figuur) fixeren het geotextiel en voorkomen dat evt. overslaand water het onbeschermde steile binnentalud erodeert.

Afgeschoven materiaal mag niet worden verwijderd om verdergaande afschuiving te voorkomen. Eventueel een steunberm bij dijkteen aanleggen (zie maatregel XX).

Maatregelen bij een afschuiving


1 Kennis

2 Hulpmiddelen

3 Ervaringen