Bevorderen afvoer kwelwater: verschil tussen versies

Uit Delta Noodmaatregelen
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 20: Regel 20:
 
|intro=
 
|intro=
 
Het bevorderen van de afvoer van kwelwater kan door de graszode te doorprikken. Het water kan zo eenvoudiger uitstromen en vervolgens afstromen naar daarvoor gegraven greppels. De greppels kunnen worden gegraven als V-vormige of U-vormige greppels haaks op de dijk met een maximale diepte van 0,4 m. De onderlinge afstand tussen de greppels is afhankelijk van de lokale situatie (hoeveelheid kwel, hoogteligging terrein etc.)
 
Het bevorderen van de afvoer van kwelwater kan door de graszode te doorprikken. Het water kan zo eenvoudiger uitstromen en vervolgens afstromen naar daarvoor gegraven greppels. De greppels kunnen worden gegraven als V-vormige of U-vormige greppels haaks op de dijk met een maximale diepte van 0,4 m. De onderlinge afstand tussen de greppels is afhankelijk van de lokale situatie (hoeveelheid kwel, hoogteligging terrein etc.)
 +
Er kunnen ook drainbuizen of wiepenroosters worden gebruikt om het water te doen afvoeren. Wanneer er ook andere signalen zichtbaar waarvoor een verzwaring van de binnenteen noodzakelijk is kan ook hiervoor worden gekozen. Door deze met goed doorlatend materiaal uit te voeren wordt ook dan het kwelwater goed afgevoerd.
 +
 +
Nader informatie:
 +
Bij hoge buitenwaterstanden kan kwel achter de dijk opreden. We noemen het kwel als over grotere oppervlakte water uitstroomt zonder der er sprake is van een geconcentreerde uitstroom van water in de vorm van een wel. Het mogelijk dat kwelwater gronddeeltjes vanaf maaiveld meevoert. Deze deeltjes komen samen in de stroompjes waarmee het water vanaf de binnenteen naar de sloot stroomt. In zo'n stroompje, of op de bodem van een kwelsloot kunnen dus meegevoerde gronddeeltjes te zien zijn. Het achterland kan door veel kwel als een waterbed aanvoelen. We spreken dan van verweking. In dat geval kan het zinvol zijn om het kwelwater zo goed mogelijk af te voeren naar de kwelsloten die achter de dijk liggen of naar andere sloten op grotere afstand van de dijk.
 +
 +
Opgemerkt wordt dat kwel hoofdzakelijk een wateroverlastprobleem is en geen direct veiligheidsrisico. Wanneer er geen materiaal (grond) uit of onder de dijk  wordt meergevoerd of als (zandmeevoerende) wellen worden aangetroffen zal de dijk als gevolg van de kwel ook niet bezwijken. Anderzijds zal de sterke van de dijk nauwelijks toenemen door het al of niet afvoeren van het kwelwater op maaiveldniveau. Hierdoor moeten de maatregelen voor het bevorderen van het afvoeren van water dan ook als een overlast beperkende maatregel worden gezien die in de calamiteiten ranking een lage prioriteit zal krijgen.
  
 +
Wanneer het alleen gaat over het afvoeren van kwelwater op maaiveldniveau zal dit dus weinig invloed hebben op de sterkte van de waterkering. Wel is het zo dat door het eenvoudiger uittreden van kwelwater eventuele waterdrukken (of waterspanningen) niet oplopen. Dit gebeurd echter alleen aan maaiveld niveau waardoor de korrelspanning en dus ook de sterkte op enige diepte nauwelijks toeneemt.
 +
Om de waterspanningen op enige diepte in de dijk of ondergrond te kunnen verlagen is bijvoorbeeld een filterconstructie noodzakelijk.
 
|img=
 
|img=
  
Regel 29: Regel 37:
  
 
==Kennis==
 
==Kennis==
Bij hoge buitenwaterstanden treedt er kwel achter de dijk op. Kwel treedt op over grotere oppervlakte zonder der er sprake is van een geconcentreerde uitstroom van water in de vorm van een wel. Kwel water voert daardoor ook geen mineralen delen mee vanuit de ondergrond. Wel is het mogelijk dat kwelwater vanaf maaiveld gronddeeltjes mee voert. Deze deeltjes komen samen in de stroompjes waarmee het water vanaf het achterland in de sloot stroomt, zodat in zo een dergelijk stroompje of op de bodem van een kwelsloot wel enige depositie van grond zichtbaar is. Het overspannen water onder maaiveld kan onder de graszode opsluiten waardoor het achterland sompig, als een waterbed aanvoelt. In dat geval Kan het kwelwater afgevoerd worden naar de kwelsloten die achter de dijk liggen of naar andere sloten op grotere afstand afvoeren.
 
Het bevorderen van de afvoer kan door de graszode puntsgewijs te doorprikken zodat het water eenvoudiger uit kan treden via de grasmat kan afstromen naar daarvoor gegraven greppels. De greppels kunnen worden gegraven als V-vormige of U-vormige greppels haaks op de dijk met een maximale diepte van 0,4 m. De onderlinge afstand tussen de greppels is afhankelijk van de lokale situatie (hoeveelheid kwel, hoogteligging terrein etc.)
 
Er kunnen ook drainbuizen of wiepenroosters worden gebruikt om het water te doen afvoeren. Wanneer er ook andere signalen zichtbaar waarvoor een verzwaring van de binnenteen noodzakelijk is kan ook hiervoor worden gekozen. Door deze met goed doorlatend materiaal uit te voeren wordt ook dan het kwelwater goed afgevoerd.
 
  
Opgemerkt wordt dat kwel hoofdzakelijk een wateroverlastprobleem is en geen direct veiligheidsrisico. Wanneer er geen (zandmeevoerende) wellen worden aangetroffen zal de dijk als gevolg van de kwel ook niet bezwijken. Ook zal de sterke van de dijk nauwelijks  toenemen door het al of niet afvoeren van het kwelwater op maaiveldniveau. Hierdoor moeten de maatregelen voor het bevorderen van het afvoeren van water dan ook als een overlast beperkende maatregel worden gezien die in de calamiteiten ranking een lage prioriteit zal krijgen.
 
 
{{ExpertInfo
 
{{ExpertInfo
 
|content=
 
|content=
Wanneer het enkel gaat over het afvoeren van kwelwater op maaiveldniveau zal dit weinig invloed hebben op de sterkte van de kering. Natuurlijk laat je het water eenvoudiger uittreden waardoor de waterdrukken niet oplopen, maar omdat dit aan maaiveld niveau gebeurt zal de korrelspanning op enige diepte nauwelijks toenemen. Hiervoor zijn filterconstructie noodzakelijk.
+
 
 
}}
 
}}
 
*Water tegen de dijk 1995
 
*Water tegen de dijk 1995
Regel 47: Regel 51:
  
 
==Ervaringen==
 
==Ervaringen==
Bij een regionale kering in het beheersgebied van het HHS AGV werd in 2010 een door wateroverspanning week binnendijksmaaiveld aangetroffen. Hier is het water middels met de hand gegraven kanaaltjes afgevoerd naar de kwelsloot.
+
Bij een regionale kering in het beheersgebied van het HHS AGV werd in 2010 een door wateroverspanning verweekt binnendijks maaiveld aangetroffen. In dit geval is het kwelwater, middels met de hand gegraven kanaaltjes, afgevoerd naar de kwelsloot.
  
 
{{ExpertInfo
 
{{ExpertInfo
 
|content=
 
|content=
 
==Kentallen==
 
==Kentallen==
Maatregel zit deels in verhelpen van overlast. Kengetallen zitten in de omvang en aantal van het trekken van de greppels en is per locatie verschillend.
+
Maatregel betreft grotendeels het verhelpen van wateroverlast. Kengetallen zitten in de omvang van het gebeid waarvoro de maatregel wordt getroffen en het aantal te maken geppels. Dit is afhankelijk van de locatie.
 
}}
 
}}

Versie van 22 okt 2014 om 13:11


Schadebeelden.png
Faalmechanismen.png
Noodmaatregelen.png
Dimensionering.png
Uitvoering.png


Bevorderen afvoer kwelwater


Noodmaatregelen - Belastingbeperkende maatregelen - Bevorderen afvoer kwelwater

Het bevorderen van de afvoer van kwelwater kan door de graszode te doorprikken. Het water kan zo eenvoudiger uitstromen en vervolgens afstromen naar daarvoor gegraven greppels. De greppels kunnen worden gegraven als V-vormige of U-vormige greppels haaks op de dijk met een maximale diepte van 0,4 m. De onderlinge afstand tussen de greppels is afhankelijk van de lokale situatie (hoeveelheid kwel, hoogteligging terrein etc.) Er kunnen ook drainbuizen of wiepenroosters worden gebruikt om het water te doen afvoeren. Wanneer er ook andere signalen zichtbaar waarvoor een verzwaring van de binnenteen noodzakelijk is kan ook hiervoor worden gekozen. Door deze met goed doorlatend materiaal uit te voeren wordt ook dan het kwelwater goed afgevoerd.

Nader informatie: Bij hoge buitenwaterstanden kan kwel achter de dijk opreden. We noemen het kwel als over grotere oppervlakte water uitstroomt zonder der er sprake is van een geconcentreerde uitstroom van water in de vorm van een wel. Het mogelijk dat kwelwater gronddeeltjes vanaf maaiveld meevoert. Deze deeltjes komen samen in de stroompjes waarmee het water vanaf de binnenteen naar de sloot stroomt. In zo'n stroompje, of op de bodem van een kwelsloot kunnen dus meegevoerde gronddeeltjes te zien zijn. Het achterland kan door veel kwel als een waterbed aanvoelen. We spreken dan van verweking. In dat geval kan het zinvol zijn om het kwelwater zo goed mogelijk af te voeren naar de kwelsloten die achter de dijk liggen of naar andere sloten op grotere afstand van de dijk.

Opgemerkt wordt dat kwel hoofdzakelijk een wateroverlastprobleem is en geen direct veiligheidsrisico. Wanneer er geen materiaal (grond) uit of onder de dijk wordt meergevoerd of als (zandmeevoerende) wellen worden aangetroffen zal de dijk als gevolg van de kwel ook niet bezwijken. Anderzijds zal de sterke van de dijk nauwelijks toenemen door het al of niet afvoeren van het kwelwater op maaiveldniveau. Hierdoor moeten de maatregelen voor het bevorderen van het afvoeren van water dan ook als een overlast beperkende maatregel worden gezien die in de calamiteiten ranking een lage prioriteit zal krijgen.

Wanneer het alleen gaat over het afvoeren van kwelwater op maaiveldniveau zal dit dus weinig invloed hebben op de sterkte van de waterkering. Wel is het zo dat door het eenvoudiger uittreden van kwelwater eventuele waterdrukken (of waterspanningen) niet oplopen. Dit gebeurd echter alleen aan maaiveld niveau waardoor de korrelspanning en dus ook de sterkte op enige diepte nauwelijks toeneemt. Om de waterspanningen op enige diepte in de dijk of ondergrond te kunnen verlagen is bijvoorbeeld een filterconstructie noodzakelijk.


1 Kennis

Verdere verdieping:
  • Water tegen de dijk 1995
  • Cursus dijkwacht 2

2 Hulpmiddelen

  • Waakvlam contracten met aannemers
  • Gronddepot en noodmateriaal (BigBags of zandzakken, doek)
  • Inhoudelijk kennis bij de beheerder van het betreffende dijkvak

3 Ervaringen

Bij een regionale kering in het beheersgebied van het HHS AGV werd in 2010 een door wateroverspanning verweekt binnendijks maaiveld aangetroffen. In dit geval is het kwelwater, middels met de hand gegraven kanaaltjes, afgevoerd naar de kwelsloot.


Verdere verdieping:

4 Kentallen

Maatregel betreft grotendeels het verhelpen van wateroverlast. Kengetallen zitten in de omvang van het gebeid waarvoro de maatregel wordt getroffen en het aantal te maken geppels. Dit is afhankelijk van de locatie.