Heave: verschil tussen versies

[gecontroleerde versie]

Versie van 26 feb 2016 om 16:04

Heave

Schadebeelden Vervormingen Ontgrondingskuilen als gevolg van ontworteling Verweking binnentalud, binnenteen of berm Uittredend water achterland Vertroebeling Zanduitspoelingen / zandmeevoerende wellen Uitspoelen materiaal uit dijkkern Ontstaan van drijfzand	Faalmechanisme - Piping - Heave Heave (hydraulische grondbreuk) kan worden omschreven als drijfzand ter plaatse van verticaal uittredend grondwater. Als de buitenwaterstand stijgt, vindt stroming onder de dijk plaats. Door de omhoog gerichte waterstroming in het uittredepunt onstaat drijfzand (fluïdisatie). Heave (STH) wordt onderscheiden van: Opbarsten (STPH): verlies van korrelcontact in de grond als gevolg van te hoge wateroverspanningen; in geval van een cohesieve afdekkende grondlaag leidt dit tot opdrijven en opbarsten, in geval van een niet-cohesieve grondlaag tot heave. Piping (STP): interne erosie van materiaal uit een watervoerende zandlaag die aan de bovenzijde is begrensd door een cohesieve laag, ten gevolge van een sterke kwelstroom.	Noodmaatregelen Bescherming binnentalud en kruin met folie of geotextiel verzwaard met zandzakken Aanleg filterconstructie als steunberm Sloot afdammen Wellen afdekken Aanleg kwelkade in pyramidevorm of in kamvorm met zandzakken

@@ Regel 31: / Regel 31: @@
 |intro=
-Heave kan worden omschreven als drijfzand ter plaatse van verticaal uittredend grondwater. Als de buitenwaterstand stijgt, vindt stroming onder de dijk plaats. Door de omhoog gerichte waterstroming in het uittredepunt onstaat drijfzand.
+Heave (hydraulische grondbreuk) kan worden omschreven als drijfzand ter plaatse van verticaal uittredend grondwater. Als de buitenwaterstand stijgt, vindt stroming onder de dijk plaats. Door de omhoog gerichte waterstroming in het uittredepunt onstaat drijfzand (fluïdisatie).
 Heave (STH) wordt onderscheiden van:
-*[[Hydraulische grondbreuk]] (STPH): verlies van korrelcontact in de grond als gevolg van te hoge wateroverspanningen; in geval van een cohesieve afdekkende grondlaag leidt dit tot opdrijven en opbarsten, in geval van een niet-cohesieve grondlaag tot heave.
+*[[Opbarsten]] (STPH): verlies van korrelcontact in de grond als gevolg van te hoge wateroverspanningen; in geval van een cohesieve afdekkende grondlaag leidt dit tot opdrijven en opbarsten, in geval van een niet-cohesieve grondlaag tot heave.
 *[[Piping]] (STP): interne erosie van materiaal uit een watervoerende zandlaag die aan de bovenzijde is begrensd door een cohesieve laag, ten gevolge van een sterke kwelstroom.