Voorzitter WOT

1 Rol

Rolbenaming: Operationeel leider/Hoofd WOT/WOT leider

Rolcategorie: Beslissers

Algemene beschrijving: Treedt tijdens calamiteiten op als voorzitter van het operationeel team. Is verantwoordelijk voor de bron- en effectbestrijding en voor de afstemming met het actieteam, het beleidsteam en de externe crisispartners.

Rolnummer: 3

2 Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (tvb’s)

2.1 Taken

• Leidt het Waterschap Operationeel Team op basis van de vaste vergaderstructuur met proces, beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming (PBOB).
• Neemt besluiten over de tactiek, inclusief de crisiscommunicatie in coördinatiefase 2.
• Informeren van en afstemmen met netwerkpartners op tactisch niveau, rechtstreeks of via de liaison OT van het waterschap.
• Adviseert de dijkgraaf over de strategie, inclusief de crisiscommunicatie in coördinatiefase 3 en 4.
• Vraagt aan de dijkgraaf besluiten over de strategie, inclusief de crisiscommunicatie in coördinatiefase 3 en 4.
• Eigen organisatie informeren

2.2 Verantwoordelijkheden

• De operationeel leider is op tactisch niveau verantwoordelijk voor het optreden van het waterschap tijdens het bestrijden van een calamiteit.
• De operationeel leider is verantwoordelijk voor het alarmeren en informeren van de voorzitter WBT over de calamiteit.
• De Operationeel leider is verantwoordelijk voor de operationeel afstemming met betrokken netwerkpartners

2.3 Bevoegdheden

• Is bevoegd om de crisisorganisatie op te schalen naar fase 2.
• Is bevoegd om bindende aanwijzingen te geven aan de leden van het WOT.
• Is bevoegd om acuut besluiten te nemen aangaande de tactiek van de calamiteitenbestrijding, inclusief crisiscommunicatie vanaf coördinatiefase 2.
• Is bevoegd om noodzakelijke financiële verplichtingen aan te gaan voor het bestrijden van de calamiteit tot het bedrag dat is vastgelegd in de mandaatregelingen van het waterschap

3 Plaats in de organisatie

• Waterschap Operationeel Team
• Waterschap Beleidsteam

4 Competenties

4.1 Competenties: Generiek

• Omgevingsbewust samenwerken
• Stressbestendig handelen
• Situationeel communiceren
• Gedisciplineerd optreden
• Deskundigheid Crisisbeheersing

4.2 Competenties: Specifiek

• Beslissen
• Politiek bestuurlijk inzicht