Sloot dempen: verschil tussen versies
| [gecontroleerde versie] | [gecontroleerde versie] |
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{CatNav}} {{Tegel |terug= <div> </div> |verder= <div> </div> |categorie= Dimensionering |subcategorie= |intro= Bij het optreden van vervormingen dient een ...') |
|||
| (2 tussenliggende versies door één gebruiker worden niet weergegeven) | |||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | {{CatNav}} | + | {{CatNav|4}} |
{{Tegel | {{Tegel | ||
|terug= | |terug= | ||
<div> | <div> | ||
| − | + | *[[Teensloot dempen met zand]] | |
</div> | </div> | ||
| Regel 19: | Regel 19: | ||
|intro= | |intro= | ||
| − | Bij het optreden van vervormingen | + | Bij het optreden van vervormingen kan een eventueel aanwezige teensloot worden gedempt. Bij regionale keringen is dit vaak een effectieve maatregel die bijna altijd een permanent karakter heeft en al dan niet gecombineerd wordt met een berm. Wanneer de deformatie is opgetreden waarna de sloot is gedempt is het moeilijk om te bepalen wanneer de sloot weer kan worden opengegraven. Het opengraven van een gedempte sloot is veelal niet mogelijk waardoor de sloot veelal wordt verlegd. Bij het dempen van de sloot dient dus rekening te worden gehouden dat het een permanente maatregel wordt. Aanbevolen wordt dan om de sloot te dempen met een laag van (drain) zand van 0,5 m en daarna verder met zand voor zandbed tot aan het oorspronkelijk maaiveld. Wanneer de sloot een afwaterende functie heeft moet er een infiltratie drain worden aangebracht. |
|img= | |img= | ||
| Regel 31: | Regel 31: | ||
Inhoudelijke kennis is voldoende aanwezig. | Inhoudelijke kennis is voldoende aanwezig. | ||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
==Hulpmiddelen== | ==Hulpmiddelen== | ||
| − | + | *D-geostability | |
==Ervaringen== | ==Ervaringen== | ||
*Is aanwezig (dient nader te worden benoemd, onder andere oefeningen) | *Is aanwezig (dient nader te worden benoemd, onder andere oefeningen) | ||
Huidige versie van 11 dec 2014 om 09:24
 |
 |
 |
 |
 |
|
Dimensionering - Sloot dempen
Bij het optreden van vervormingen kan een eventueel aanwezige teensloot worden gedempt. Bij regionale keringen is dit vaak een effectieve maatregel die bijna altijd een permanent karakter heeft en al dan niet gecombineerd wordt met een berm. Wanneer de deformatie is opgetreden waarna de sloot is gedempt is het moeilijk om te bepalen wanneer de sloot weer kan worden opengegraven. Het opengraven van een gedempte sloot is veelal niet mogelijk waardoor de sloot veelal wordt verlegd. Bij het dempen van de sloot dient dus rekening te worden gehouden dat het een permanente maatregel wordt. Aanbevolen wordt dan om de sloot te dempen met een laag van (drain) zand van 0,5 m en daarna verder met zand voor zandbed tot aan het oorspronkelijk maaiveld. Wanneer de sloot een afwaterende functie heeft moet er een infiltratie drain worden aangebracht.
|
|
1 Kennis
Inhoudelijke kennis is voldoende aanwezig.
2 Hulpmiddelen
- D-geostability
3 Ervaringen
- Is aanwezig (dient nader te worden benoemd, onder andere oefeningen)
