Verzwaring van binnenteen: verschil tussen versies

Uit Delta Noodmaatregelen
Ga naar: navigatie, zoeken
[gecontroleerde versie][gecontroleerde versie]
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{CatNav}} {{Tegel |terug= <div> </div> |verder= <div> </div> |categorie= Noodmaatregelen |subcategorie= Stabiliteitsverhogende maatregelen |intro= Om de dij...')
 
Regel 1: Regel 1:
{{CatNav}}
+
{{CatNav|3}}
 
{{Tegel
 
{{Tegel
  
 
|terug=
 
|terug=
 
<div>
 
<div>
 
+
*[[Overslag]]
 +
*[[Hydraulische grondbreuk]]
 +
*[[Opdrijven en opbarsten ]]
 +
*[[Macro-instabiliteit binnenwaarts]]
 +
*[[Afschuiven van het binnentalud ]]
 
</div>
 
</div>
  
 
|verder=
 
|verder=
 
<div>
 
<div>
 
+
*[[Verhoging stabiliteit door het plaatsen van big bags]]
 +
*[[Steunberm aanleggen ter verhoging van stabiliteit ]]
 +
*[[Taludstabiliteit verhogen]]
 
</div>
 
</div>
  
Regel 19: Regel 25:
  
 
|intro=
 
|intro=
Om de dijk meer tegendruk te geven een verzwaring aan de binnenteen van de dijk worden aangebracht. Dit gebeurt met waterdoorlatend materiaal, zoals bijv. zand of zandzakken om ervoor te zorgen dat eventueel opgesloten water uit de dijk kan stromen en omdat dit materiaal beter voorhanden is en ook bij slecht weer relatief eenvoudig is te verwerken.
+
Om de dijk meer tegendruk te geven kan een verzwaring aan de binnenteen van de dijk worden aangebracht. Dit dient te gebeuren met waterdoorlatend materiaal, bijv. zand of zandzakken, om ervoor te zorgen dat eventueel opgesloten water uit de dijk kan stromen. Dit materiaal is veelal ook beter voorhanden en bij slecht weer relatief eenvoudig te verwerken. In veel gevallen wordt een (waterdoorlatend) grond-scheidend doek aangebracht op het oorspronkelijke maaiveld. De bermen moeten vanaf beneden naar boven worden aangebracht, dus beginnend aan de dijkteen. De grasbekleding op het binnentalud waar de berm aansluit op de dijk moet wel worden verwijderd en liefst worden ingekast. Dit omdat de noodmaatregel veelal een permanente maatregel wordt.
 +
 
 +
 
 +
De bermdikte moet zodanig zijn dat het materiaal niet zo hoog wordt opgezet dat er een extra belasting op het binnentalud wordt aangebracht. Dit kan de afschuiving bevorderen. Anderzijds moet de berm dik genoeg zijn om voldoende steundruk te kunnen geven. De dikte en lengte van de berm zijn afhankelijk van de vorm van de dijk, type belasting en de vorm (omvang) van het kritieke afschuifvlak en kan het best bepaald worden op basis van een paar indicatieve stabiliteitsberekeningen (bijv. met D-geostability). Hierbij dient een optimum te worden gezocht tussen functionaliteit, beschikbare vrije ruimte,  beschikbaar materiaal en materieel in relatie tot mogelijk meerdere locaties. Wanneer er belendingen nabij de teen van de waterkering staan moet worden afgewogen of hier de verzwaring nodig is, zo ja dan dient met schade aan de belendingen rekening te worden gehouden. Bij boezemkeringen zijn kleinere aanvullingen vaak al voldoende. Daarentegen is het bij regionale keringen meerdere malen gebeurd dat de berm te dik is aangebracht, wat voor een deel nadelig op de stabiliteit werkte.
 +
 
 +
 
 +
De transportroute voor het zand en dergelijk om de verzwaring aan te brengen dient op polderniveau te worden gevonden. Het materiaal kan beter niet vanaf de dijkweg worden aangevoerd omdat de extra belasting van dit zandtransport op een dijk zal leiden tot een afname van de sterkte.  
  
 
|img=
 
|img=
 +
[[File:Steunberm.png|200px|Steunberm]]
  
  
Regel 29: Regel 42:
  
 
==Kennis==
 
==Kennis==
Om de dijk meer tegendruk te geven een verzwaring aan de binnenteen van de dijk worden aangebracht. Dit gebeurt met waterdoorlatend materiaal, zoals bijv. zand of zandzakken om ervoor te zorgen dat eventueel opgesloten water uit de dijk kan stromen en omdat dit materiaal beter voorhanden is en ook bij slecht weer relatief eenvoudig is te verwerken. De grasmat kan heel gelaten worden in verband met de bereikbaarheid van de locatie voor grondverzet materieel. Veelal wordt een (waterdoorlatend) grond scheidend doek aan ge bracht op het oorspronkelijk maaiveld. De bermen moeten vanaf beneden naar boven worden aangebracht, dus beginnend aan de dijkteen. De grasbekleiding op het binnentaldud waar de berm aansluit op de dijk moet wel worden verwijderd en liefst worden ingekast. Dit omdat de noodmaatregel veelal een permanente maatregel wordt. De bermdikte moet zodanig zijn dat het materiaal niet zo hoog wordt opgezet dat er een extra belasting op het binnentalud wordt aangebracht. Dit kan de afschuiving bevorderen. Anderzijds moet de berm dik genoeg zijn om voldoende steundruk te kunnen geven. De dikte en lengte van de berm zijn afhankelijk van de vorm van de dijk, type belasting en de vorm (omvang) van het kritieke afschuifvlak en kan het best bepaald worden op basis van een paar indicatieve stabiliteitsberekeningen. Wanneer er belendingen nabij de teen van de waterkering staan moet worden afgewogen of hier de verzwaring nodig is, zo ja dan dient met schade aan de belendingen rekening te worden gehouden.
+
*[http://www.deltares.nl/nl/cursus/108381/dijkwacht-1/339909 Cursus Dijkwacht 2 Deltares]
 +
*Diverse Leidraden en Technische rapporten van de TAW
  
De transportroute voor het zand en dergelijk om de verzwaring aan te brengen dient op polderniveau te worden gevonden. Het materiaal kan beter niet vanaf de dijkweg worden aangevoerd omdat de extra belasting van dit zandtransport op een dijk zal leiden tot een afname van de sterkte.
 
 
Cursus Dijkwacht 2 Deltares
 
Diverse Leidraden en Technische rapporten van de TAW
 
 
{{ExpertInfo
 
|content=
 
In principe is deze maatregel voor alle type keringen gelijk alleen verschillen de afmetingen van de noodmaatregel sterk. Bij boezemkeringen zijn kleinere aanvullingen vaak al voldoende. Daar in tegen is het bij regionale keringen meerder malen gebeurd dat de berm te dik is aangebracht en dan nog voor een deel nadelig op de stabiliteit werk.
 
}}
 
  
 
==Hulpmiddelen==
 
==Hulpmiddelen==
Waakvlam contracten met aannemers
+
*Waakvlamcontracten met aannemers
Gronddepot en noodmateriaal (bigbags of zandzakken, doek)
+
*Gronddepot en noodmateriaal (big bags of zandzakken, doek)
Inhoudelijk kennis bij de beheerder van het betreffende dijkvak
+
*Inhoudelijk kennis bij de beheerder van het betreffende dijkvak
  
 
==Ervaringen==
 
==Ervaringen==
Water tegen de dijk 1993
+
*[[Media: TAW Water tegen de dijk (1993).pdf | TAW Water tegen de dijk (1993)]]
Water tegen de dijk 1988
+
*Water tegen de dijk 1988
Daarnaast zijn er ook bij diverse regionale keringen (b.v. HHS Delfland en AGV) noodmaatregelen aangebracht.
+
*Daarnaast zijn er ook bij diverse regionale keringen (b.v. HHS Delfland en AGV) noodmaatregelen aangebracht.
{{ExpertInfo
+
|content=
+
==Kentallen==
+
De bermlengte en bermdikte kunnen het best gedimensioneerd worden met een computer programma als D-geostability, Hierbij dient een optimum te worden gezocht tussen functionaliteit, beschikbare vrije ruimte,  beschikbaar materiaal en materieel in relatie tot mogelijk meerdere locaties
+
}}
+

Versie van 31 okt 2014 om 11:38


Schadebeelden.png
Faalmechanismen.png
Noodmaatregelen sel.png
Dimensionering.png
Uitvoering.png


Verzwaring van binnenteen



Om de dijk meer tegendruk te geven kan een verzwaring aan de binnenteen van de dijk worden aangebracht. Dit dient te gebeuren met waterdoorlatend materiaal, bijv. zand of zandzakken, om ervoor te zorgen dat eventueel opgesloten water uit de dijk kan stromen. Dit materiaal is veelal ook beter voorhanden en bij slecht weer relatief eenvoudig te verwerken. In veel gevallen wordt een (waterdoorlatend) grond-scheidend doek aangebracht op het oorspronkelijke maaiveld. De bermen moeten vanaf beneden naar boven worden aangebracht, dus beginnend aan de dijkteen. De grasbekleding op het binnentalud waar de berm aansluit op de dijk moet wel worden verwijderd en liefst worden ingekast. Dit omdat de noodmaatregel veelal een permanente maatregel wordt.


De bermdikte moet zodanig zijn dat het materiaal niet zo hoog wordt opgezet dat er een extra belasting op het binnentalud wordt aangebracht. Dit kan de afschuiving bevorderen. Anderzijds moet de berm dik genoeg zijn om voldoende steundruk te kunnen geven. De dikte en lengte van de berm zijn afhankelijk van de vorm van de dijk, type belasting en de vorm (omvang) van het kritieke afschuifvlak en kan het best bepaald worden op basis van een paar indicatieve stabiliteitsberekeningen (bijv. met D-geostability). Hierbij dient een optimum te worden gezocht tussen functionaliteit, beschikbare vrije ruimte, beschikbaar materiaal en materieel in relatie tot mogelijk meerdere locaties. Wanneer er belendingen nabij de teen van de waterkering staan moet worden afgewogen of hier de verzwaring nodig is, zo ja dan dient met schade aan de belendingen rekening te worden gehouden. Bij boezemkeringen zijn kleinere aanvullingen vaak al voldoende. Daarentegen is het bij regionale keringen meerdere malen gebeurd dat de berm te dik is aangebracht, wat voor een deel nadelig op de stabiliteit werkte.


De transportroute voor het zand en dergelijk om de verzwaring aan te brengen dient op polderniveau te worden gevonden. Het materiaal kan beter niet vanaf de dijkweg worden aangevoerd omdat de extra belasting van dit zandtransport op een dijk zal leiden tot een afname van de sterkte.

Steunberm


1 Kennis


2 Hulpmiddelen

  • Waakvlamcontracten met aannemers
  • Gronddepot en noodmateriaal (big bags of zandzakken, doek)
  • Inhoudelijk kennis bij de beheerder van het betreffende dijkvak

3 Ervaringen

  • TAW Water tegen de dijk (1993)
  • Water tegen de dijk 1988
  • Daarnaast zijn er ook bij diverse regionale keringen (b.v. HHS Delfland en AGV) noodmaatregelen aangebracht.