Stabilisatie binnentalud met steunberm: verschil tussen versies
[ongecontroleerde versie] | [ongecontroleerde versie] |
Regel 6: | Regel 6: | ||
*[[Macro instabiliteit]] | *[[Macro instabiliteit]] | ||
*[[Micro instabiliteit]] | *[[Micro instabiliteit]] | ||
+ | *[[Piping]] | ||
</div> | </div> | ||
Regel 20: | Regel 21: | ||
|intro= | |intro= | ||
− | Aanleg van een steunberm met grond/zand op het maaiveld aan de | + | Aanleg van een steunberm met grond/zand op het maaiveld aan de binnenteen om voldoende tegendruk te geven. |
− | + | De berm wordt uiteraard in kort tijdbestek aangebracht. Vooral bij slappe ondergrond in de kans op afschuiven of wegzakken van de berm zelf aanwezig. Om de kans hierop te verkleinen kan een stevig geotextiel of geogrid (waterdoorlatend waardoor afvoer van kwelwater niet wordt gehinderd) op het maaiveld worden aangebracht. | |
+ | Deze maatregel is effectief voor verschillende faalmechanismen: | ||
+ | |||
+ | Maatregel voor macro-instabiliteit: | ||
+ | De steunberm in het meest effectief als een zo groot mogelijk gedeelte in het passieve deel van de afschuiving wordt aangebracht. Dit is voroal belangrijk als opdrijven of opbarsten speelt. Dus een platte brede berm (zie figuur). Met het aanbrengen moet worden gestart zo ver mogelijk uit de binnenteen. Dunne lagen aanbrengen. Aanvoer van materiaal en materiaal dient zo veel mogelijk vanuit de binnenteen/binnenberm en zo min mogelijk vanaf de kruin plaats te vinden. | ||
+ | |||
+ | Maatregel voor micro-instabiliteit: | ||
+ | Micro-instabiliteit treedt op ter plaatse van het binnentalud van een dijk. De maatregel (in dit geval een steunberm)is het meest effectief als deze zo veel mogelijk tegen het talud wordt aangebracht. het zadn van de berm werkt als een filter waardoor zand uit de dijkskern blijft zitten. Als de kans op macro-instabiliteit niet zo groot is kan de berm dus relatief smal en hoger worden aangebracht (zie foto). | ||
+ | Ook kan een taludverflauwing wordten aangebracht. ie hiervoor maatregel 'Verflauwen binnentalud'. | ||
+ | |||
+ | Maatregel voor piping: | ||
+ | Als over grotere oppervlakten een maatregel tegen piping ndodig is kan een pipingberm worden aangebracht. Zie hiervoor maatregel XIX. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | *Een steunberm kan in basis ook wordt gemaakt met zandzakken. Dit is mogelijk alleen een optie bij relatief kleine dijken of kaden en als het probleemgebeid zeer beperkt is in lengterichting van de dijk. Er zijn namelijk al snel erg veel zandzakken nodig. (zie ook maatregel XXVIII). | ||
+ | |||
+ | |img= | ||
+ | [[File:Stabilisatie_binnentalud_met_steunberm_2.jpg|200px|Stabilisatie binnentalud met brede platte berm.]] | ||
+ | [[File:Stabilisatie_binnentalud_met_steunberm_1.jpg|200px|Stabilisatie binnentalud met smalle hoge berm.]] | ||
|quality=red | |quality=red | ||
Regel 30: | Regel 49: | ||
==Kennis== | ==Kennis== | ||
− | |||
{{ExpertInfo | {{ExpertInfo | ||
|content= | |content= | ||
− | + | ||
− | + | ||
}} | }} | ||
Versie van 29 okt 2014 om 16:29
Noodmaatregelen - Stabiliteitsverhogende maatregelen - Stabilisatie binnentalud met steunberm
Aanleg van een steunberm met grond/zand op het maaiveld aan de binnenteen om voldoende tegendruk te geven. De berm wordt uiteraard in kort tijdbestek aangebracht. Vooral bij slappe ondergrond in de kans op afschuiven of wegzakken van de berm zelf aanwezig. Om de kans hierop te verkleinen kan een stevig geotextiel of geogrid (waterdoorlatend waardoor afvoer van kwelwater niet wordt gehinderd) op het maaiveld worden aangebracht. Deze maatregel is effectief voor verschillende faalmechanismen: Maatregel voor macro-instabiliteit: De steunberm in het meest effectief als een zo groot mogelijk gedeelte in het passieve deel van de afschuiving wordt aangebracht. Dit is voroal belangrijk als opdrijven of opbarsten speelt. Dus een platte brede berm (zie figuur). Met het aanbrengen moet worden gestart zo ver mogelijk uit de binnenteen. Dunne lagen aanbrengen. Aanvoer van materiaal en materiaal dient zo veel mogelijk vanuit de binnenteen/binnenberm en zo min mogelijk vanaf de kruin plaats te vinden. Maatregel voor micro-instabiliteit: Micro-instabiliteit treedt op ter plaatse van het binnentalud van een dijk. De maatregel (in dit geval een steunberm)is het meest effectief als deze zo veel mogelijk tegen het talud wordt aangebracht. het zadn van de berm werkt als een filter waardoor zand uit de dijkskern blijft zitten. Als de kans op macro-instabiliteit niet zo groot is kan de berm dus relatief smal en hoger worden aangebracht (zie foto). Ook kan een taludverflauwing wordten aangebracht. ie hiervoor maatregel 'Verflauwen binnentalud'. Maatregel voor piping: Als over grotere oppervlakten een maatregel tegen piping ndodig is kan een pipingberm worden aangebracht. Zie hiervoor maatregel XIX.
|
|
1 Kennis
- LHW “ Anleitung für den operativen Hochwasserschutz” Deel 2 bevat foto’s van voorbeelden en een berekeningsmodel
2 Hulpmiddelen
- LHW “ Anleitung für den operativen Hochwasserschutz” Deel 2 bevat foto’s van voorbeelden en een berekeningsmodel
3 Ervaringen
- Waterschap Groot Salland tijdens hoogwater nov 2012